v 0.9

 

Over de kracht en de zwakte van het Valkenburgs, een Limburgs dialect

Het is al weer eeuwen geleden dat het Limburgs een cultuurtaal was en geen onbeduidende streektaal die voor haar voortbestaan moest knokken. Henric van Veldeke schreef in een Limburgs getint Middelnederlands, als onderdeel van een Rijn-Maaslandse schrijftaal. Het was de tijd waarin er nog geen vaste landsgrenzen waren en overgangen veel geleidelijker en natuurlijker verliepen. Voor 1351 waren de graven van Valkenburg lange tijd trouwe bondgenoten geweest van de Keulse aartsbisschop; daarna nam lange tijd de invloed van de hertogen van Brabant toe totdat de opstand tegen de Spanjaarden en de verovering van Maastricht door Frederik Hendrik o.a. tot gevolg hadden dat kasteel en stad Valkenburg aan de Staten Generaal werden toegewezen.

De invloed van het Hollandse dialect werd versterkt door het feit dat het zich in de Gouden Eeuw tot

algemene schrijfwijze en cultuurtaal had ontwikkeld. De vroeger algemene volkstaal viel uiteen in talloze dialecten die steeds verder uit elkaar groeiden en werd naar de tweede rang gedrongen en als een onvolmaakte taal gezien. De Romantiek evenwel hechtte veel belang aan dialecten die gezien werden als levende bron voor de cultuurtaal. Tijdens de Franse bezetting (na 1794) zou het Frans gemakkelijk enig tijd als de cultuurtaal gezien worden, maar in 1814 werd onder het gezag van

Willem I het Nederlands weer de officiële taal. Daardoor kwam het Nederlands als beschaafde taal opnieuw boven het dialect te staan. Het Valkenburgs werd wel algemeen gesproken maar vrijwel niemand kon zich er schriftelijk in uitdrukken en ook vrijwel niemand voelde die behoefte.

Het Nederlands heeft vooral vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw in Valkenburg een proces van opwaardering doorgemaakt. Door de ontdekking van Valkenburg door de eerste ’Hollandse’ toeristen na de opening van het oudste station van Nederland werd de aandrang groot om zich minimaal in het Nederlands verstaanbaar te maken. De geletterden aanvaardden al eerder het Nederlands, mede omdat zich al vroegtijdig mensen uit andere provincies in Valkenburg hadden gevestigd die alleen maar het Nederlands machtig waren. Verenigingsstukken enz. werden vrijwel enkel in het Nederlands opgesteld.

In hoeverre deze invloed van het Nederlands van invloed is geweest op de uitspraak van het Valkenburgs, is moeilijk te achterhalen. Theodoor Dorren, de pionier van het geschreven Valkenburgs met zijn Woordenlijst uit het Valkenburgsch Plat (1917), is van mening geweest dat het Valkenburgs tot aan het einde van de negentiende eeuw in sterke mate ongerept bewaard is gebleven. Ook hij signaleert de concurrentie van het Valkenburgs met het Nederlands en betreurt de verhollandisering vanaf die tijd in die gevallen dat er authentieke synoniemen voorhanden zijn, maar het zal een onomkeerbaar proces blijken.

Wat is de huidige positie van ons dialect en wat is het belang van de Valkenburgse dictionaire?

Taal is een levend organisme en dat houdt in dat het dagelijks aan verandering onderhevig is. Het neemt soms ongemerkt op wat het aan bouwstoffen nodig heeft en het laat los was overtollig is.

Sommigen betreuren invloeden van buitenaf die zij zien als een bedreiging van het oorspronkelijke en zuivere karakter van de taal. Een te sterke vorm van xenofobie door zich af te zetten tegen de invloed van het Nederlands of moderne talen leidt tot een verkrampt vasthouden aan zaken die om een

natuurlijke verandering vragen. In een tijdperk van mondialisering is dat trouwens onbegonnen werk.

De gemiddelde Nederlander is meertalig en mag daar trots op zijn. Hij overleefde door zich aan te passen aan zich wijzigende omstandigheden. Dat is iets anders dan meegaan met vormen van populisme.

De samenstellers van deze dictionaire hebben een zekere liefde voor hun moedertaal met elkaar gemeen. Het is de taal waarin zij de wereld hebben leren kennen, vriendschappen hebben gesloten, gedachten en gevoelens hebben vorm gegeven en dat is een kostbaar goed. Hun sociale gedachtewereld komt erin tot uitdrukking. Dit erfgoed willen zij vastleggen en wellicht helpen te overleven in een tijd vol turbo-veranderingen die ook hun effect op het Valkenburgs dialect hebben.

Dat Valkenburgs kan best wat hulp gebruiken, omdat het doorgaans de steun van het geschreven woord mist. Het woordenboek zal laten zien hoe rijk zijn woordenschat is en dat zij het verdient vastgelegd te worden als ”monumentum”.

Daartoe bouwden drie inventarisatiegroepen jarenlang een groot bestand aan dialectwoorden en uitdrukkingen op, waarbij aandacht geschonken werd aan grammaticale aspecten, omschrijving van woordbetekenissen, synoniemen en uitleggevende citaten. Over de vitaliteit van dialecten en hun uiterste houdbaarheidsdatum wordt volop gespeculeerd. De uitkomst is ongewis. Op wereldschaal verdwijnen talen net zoals bepaalde diersoorten en planten het moeilijk hebben om te overleven als de omstandigheden veranderen. Maar daarnaast zien we ook het vermogen tot aanpassing, een voorwaarde om te overleven. Het besef dat vele jonge Valkenburgers spelenderwijs het dialect van hun (voor)ouders en vriendjes oppikken en het vermogen van jonge mensen om diverse taalsystemen naast elkaar te verwerven en door elkaar te gebruiken, geeft ons allen voldoende vertrouwen om optimistisch te zijn over de levenskracht van het Valkenburgs, nu het eindelijk geboekstaafd is.

Dr. Rudolf Philips